Hoe zoek ik een echtscheidingsvonnis of -beschikking uitgesproken in Limburg?
Er zijn twee mogelijkheden om een echtscheidingsvonnis ouder dan 75 jaar te vinden:
- U doet zelf onderzoek in de studiezaal van het Historisch Centrum in Maastricht.
- U geeft een opdracht aan een zelfstandig gevestigde genealoog. Per e-mail of bij de studiezaalmedewerkers kunt u navraag doen en informeren welke genealogen in Limburg werkzaam zijn.
Echtscheidingen in Limburg in de periode 1842-1939
Welke informatie heb ik nodig voordat ik begin met zoeken?
Echtscheidingsvonnissen of -beschikkingen vind u in de archieven van de rechtbanken Maastricht en Roermond. Om een echtscheiding in een rechtbankarchief te vinden, achterhaalt u eerst welke rechtbank de echtscheiding uitsprak en op welke datum de uitspraak was.
Wanneer u deze uitspraakdatum niet weet kunt u bijvoorbeeld zoeken in gedigitaliseerde kranten via www.delpher.nl. Zoek daar op de volledige naam van de man of van de vrouw, tussen dubbele aanhalingstekens.
Ook kan er in WieWasWie een scan zitten van:
- de huwelijksakte, met in de kantlijn de datum van inschrijving van het echtscheidingsvonnis bij de burgerlijke stand;
- de echtscheidingsakte met vermelding van de rechtbank en de datum van het echtscheidingsvonnis.
Levert dit niets op, zoek dan in de originele aktes van de burgerlijke stand:
- U kunt beginnen met de huwelijksakten. In het Historisch Centrum Limburg berusten de akten van de burgerlijke stand van alle Limburgse gemeenten. In de studiezaal zijn er ter zelfbediening microfiches beschikbaar van een groot gedeelte van de series van de akten van de burgerlijke stand.
- Voor de jaren 1915-1994 vindt u een echtscheidingsakte in het lopende register van huwelijken en echtscheidingen van de gemeente waar het huwelijk plaatsvond.
- In de periode vóór circa 1915 vindt u de echtscheidingsakte in het lopende register van huwelijken en echtscheidingen van de woonplaats van het echtpaar.
Hoe zoek ik naar een echtscheiding in het archief?
Voordat u in een rechtbankarchief gaat zoeken moet u eerst de betrokken rechtbank en de datum van het echtscheidingsvonnis achterhalen. In Limburg is het de vraag of u moet zoeken in de archieven van de arrondissementsrechtbank Maastricht of Roermond.
U kunt de rechtbank bepalen als u de woonplaats van het echtpaar weet. De dagvaarding of het rekest (verzoekschrift) om tot echtscheiding te mogen overgaan, werd ingediend bij de arrondissementsrechtbank waar de woonplaats van de gedaagde (dagvaarding) of waar de woonplaats van de man (als de echtscheiding bij rekest was) onder viel. De overige stukken van de echtscheiding zijn ook in het archief van deze rechtbank te vinden.
Zoekvoorbeeld
In uw onderzoek naar de familie Beenen in Limburg bent u een zekere Simon tegengekomen. Er gaat het verhaal dat hij al een paar jaar na zijn huwelijk met Else Wittke weer is gescheiden. Op www.archieven.nl vindt u zijn huwelijksakte, waaruit blijkt dat hij op 28 november 1918 in Heerlen met Else Wittke is getrouwd. Online hebt u alvast de volgende informatie gevonden:
Gemeente: Heerlen
Aktenummer: 182
Aktedatum: 28-11-1918
Bruidegom: Beenen, Simon
Bruid: Wittke, Else Helene
Opmerking: Huw door echtsch ontb dd. 14-09-1922, Arr.rechtb te Maastricht.
Toegangsnummer: 12.038 Burgerlijke Stand in Limburg: Heerlen, 1796-1942
Inventarisnummer: 97
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
Dat het verhaal van een snelle scheiding klopt wordt bevestigd door deze opmerking: Huw door echtsch ontb dd. 14-09-1922, Arr.rechtb te Maastricht.
U is ter ore gekomen dat er op www.archieven.nl soms ook echtscheidingsakten zijn terug te vinden. U zoekt verder op de naam Simon Beenen en geeft in het zoekscherm aan dat u in de bron ‘echtscheidingsakte’ geïnteresseerd bent. Deze zoekvraag levert een verwijzing naar één echtscheidingsakte op en dat blijkt zowaar die van Simon Beenen.
In de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen is op 21 december 1922 onder het aktenummer 292 de echtscheidingsakte van Simon Beenen en Else Witteke ingeschreven. U hebt geluk, want van deze akte is zelfs een scan op www.archieven.nl te bekijken (zie Archieven.nl - Personen).
Dat levert u meer informatie op, te weten dat de rechtbank Maastricht op 14 september 1922 bij verstek het echtscheidingsvonnis heeft gewezen. Dit vonnis is op 11 oktober 1922 aan de gedaagde betekend (overhandigd). Tenslotte is het vonnis openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant van 17 en 18 november van dat jaar.
Gewapend met deze informatie kunt u een onderzoek gaan beginnen in het archief van de arrondissementsrechtbank Maastricht dat in het Historisch Centrum Limburg vestiging Maastricht wordt bewaard.
Voordat u naar de studiezaal in Maastricht komt, kunt u alvast op www.archieven.nl nakijken in welk archief u precies moet zoeken. In het zoekscherm typt u als zoekterm ‘arrondissementsrechtbank Maastricht’. Als filter gebruikt u ‘HC Limburg Maastricht’. Zo komt u uit op de verwijzing naar:
08.009 Arrondissementsrechtbank en Officier van Justitie te Maastricht, (1807) 1842-1939 (1957)
U vindt daar de inventaris met een inleiding en bijlagen: Archieven.nl - 08.009 Arrondissementsrechtbank en Officier van Justitie te Maastri... (Historisch Centrum Limburg, te Maastricht).
Als u doorklikt op de inventaris ziet u twee hoofdrubrieken ‘Algemeen’ en ‘Bijzonder’. Als u deze rubrieken openklapt ziet u al snel dat u in de rubriek ‘Bijzonder' verder moet zoeken en wel in de sub-rubriek ‘Rechtspraak’. Daarin vindt u een onderscheid tussen strafzaken en burgerlijke zaken. Een echtscheidingsprocedure valt onder de burgerlijke zaken. Wanneer u daarbinnen verder wilt zoeken, is er nog een keuze te maken tussen zaken bij dagvaarding of op verzoek (bij rekest).
In de scan van de echtscheidingsakte hebt u gelezen dat de arrondissementsrechtbank in Maastricht op 14 september 1922 bij verstek had gewezen. Bovendien staat er vermeld dat het vonnis op 11 oktober 1922 aan de gedaagde is betekend. Deze gegevens wijzen erop dat de procedure bij dagvaarding is gevoerd. Daar zoekt u verder.
Omdat u de familienamen van de beide echtgenoten kent, is een alfabetische namenindex het eerste dat kan helpen. In de inventaris ziet u:
inventarisnummer 838-844 Klappers op naam van de eiser betreffende civiele vonnissen, met verwijzing naar rolnummer en audiëntiebladnummer, 1851-1919, 1924-1942
Klappers vormen de index die alfabetisch is gesorteerd op familienaam. U kunt tegenkomen dat de index niet is ‘doorgesorteerd’. Dat wil zeggen dat de namen alleen op de eerste letter van de familienaam zijn gealfabetiseerd, maar vervolgens niet op de letters die erna volgen. Als de namen niet zijn doorgesorteerd, blijken die meestal in chronologische volgorde van de inschrijving te staan. Als u de beschrijving van de serie klappers uitklapt, stuit u op een verrassing in de jaren rond 1922:
Er is een hiaat. Over de jaren 1920-1923 zijn er geen klappers bewaard. Deze weg loopt dus dood, maar u bent niet uitgezocht. U weet namelijk dat het echtscheidingsvonnis in 1922 is gewezen.
In de inventaris ziet u dat er onder de inventarisnummers 847-1089 een serie ‘audiëntiebladen’ over de periode 1842-1939 (zonder hiaat) bewaard is gebleven. Die zijn genummerd op audiëntiebladnummer, met een verwijzing naar een rolnummer.
Op basis van deze informatie kunt u ook zoeken in de rolregisters of rolkaarten, die chronologisch zijn geordend. Helaas bevinden zich in dit archief alleen de rolkaarten voor de periode 1930-1939 (inventarisnummers 835-837).
Omdat de weg via het rolnummer eveneens doodloopt, zit er niks anders op dan direct te zoeken in de serie audiëntiebladen. Daarbinnen zoekt u op het jaar 1922. Dan komt u uit bij:
U zal deze chronologisch moeten doorwerken.
Leestips
Brood en M. de Wolde, Scheiden doet lijden. 400 jaar echtscheidingsmisère (Den Haag 2014)
Sjoerd Faber, 'Onderzoek naar echtscheidingen in de negentiende en twintigste eeuw: mogelijkheden en gevaren', in: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 55 (Den Haag 2001)
Echtscheidingen in Limburg na 1939
Rechtbankarchieven jonger dan 75 jaar zijn in verband met de privacy beperkt openbaar. U krijgt alleen een kopie van het vonnis als u deze nodig heeft voor een gerechtelijke procedure of andersoortige officiële aanvraag (bijvoorbeeld voor de toekenning van een nabestaandenpensioen).
Welke informatie heb ik nodig om een aanvraag in te dienen?
Om uw echtscheidingsvonnis te vinden hebben wij de volgende gegevens nodig:
- Naam met volledige voornamen van u en uw voormalige echtgenoot/echtgenote
- Plaats van de rechtbank waar het vonnis is uitgesproken (arrondissementsrechtbank Maastricht of Roermond)
- Datum van het vonnis bij de rechtbank. Let op: dit is niet hetzelfde als uw officiële echtscheidingsdatum, dat is namelijk de datum dat het vonnis is ingeschreven in de Burgerlijke Stand
- Uw postadres, voor het geval dat u aangeeft géén scan te willen ontvangen maar een (gewaarmerkte) kopie
- Kopie van uw geldig legitimatiebewijs (als bijlage van de e-mail of brief)
- Korte motivering van uw verzoek
Hoe kom ik aan de juiste datum van het vonnis?
De vonnisdatum staat op uw echtscheidingsakte. Deze akte vraagt u op bij de afdeling Burgerzaken van de gemeente waar u getrouwd bent. Bij iedere gemeente worden Registers van Echtscheidingsakten tot circa 1995 bewaard. Let goed op dat u daadwerkelijk een echtscheidingsakte krijgt. Soms wordt er foutief een huwelijksakte afgegeven met in de kantlijn de datum waarop de echtscheiding is ingeschreven bij de Burgerlijke Stand. Aan de hand van deze datum kunnen wij het echtscheidingsvonnis niet terugvinden.
Bent u in het buitenland getrouwd, maar in Nederland gescheiden? Dan kunt u voor uw echtscheidingsakte contact opnemen met de gemeente Den Haag afdeling Landelijke Taken. (Nederlands-Indië, Suriname en de Antillen vallen ook onder buitenland.)
Bewaart het HCL ook echtscheidingsconvenanten?
Voordat rechtbanken hun archieven aan het HCL overdragen, worden alle documenten die wettelijk niet bewaard hoeven te worden vernietigd. Dit geldt ook voor echtscheidingsconvenanten. Deze worden dus over het algemeen niet bewaard tenzij ze ingebracht zijn in de betreffende echtscheidingszaak en zo deel uitmaken van de rechterlijke procedure. In dat geval kan er nog worden doorgezocht in de inventarissen van de processen-verbaal, enquêtes en comparities.
Hoe vind ik stukken over voogdij en vastgestelde alimentatie?
Als de rechtbank bij uw echtscheiding uitspraak heeft gedaan over voogdij en/of alimentatie dan zijn deze stukken terug te vinden in het archief van de rechtbank. Soms staat deze uitspraak vermeld in het echtscheidingsvonnis, soms is er een aparte uitspraak gedaan. Wilt u deze informatie ontvangen? Geef dat dan aan in uw verzoek. Anders gaat de medewerker van het HCL alleen op zoek naar het echtscheidingsvonnis.
Geschiedenis van de echtscheiding in Nederland
Tijdens de inlijving bij Frankrijk (1794-1813) was het vrij eenvoudig te scheiden. Wanneer beide partijen toestemming gaven, kon de echtscheiding met een minimum aan formaliteiten worden afgewikkeld. Daarmee werd scheiden in Nederland echter nog niet gebruikelijk. Toen in 1838 het Burgerlijk Wetboek de Code Civil verving, werden de mogelijkheden weer ingeperkt. Er waren vier gronden om een echtscheiding aan te vragen:
- overspel, dat moest worden aangetoond;
- kwaadwillige verlating van minstens vijf jaar;
- veroordeling wegens een misdrijf tot een straf van vier jaar of langer, na het huwelijk uitgesproken;
- zware mishandeling van de ene echtgenoot jegens de andere, met zware verwondingen of levensgevaar tot gevolg.
In artikel 263 van het Burgerlijk Wetboek stond nog eens nadrukkelijk vermeld dat echtscheiding door 'onderlinge toestemming’ niet kon. Dat werd pas mogelijk in 1971. Tot die tijd werd de Grote Leugen van (niet gepleegd) overspel meestal aangevoerd als reden om te scheiden. Vanaf 1883 was een bewijs van overspel niet meer nodig. Een bekentenis van overspel was voldoende. Als één van de echtgenoten de schuld op zich nam, werd het zo toch mogelijk om te scheiden.
Scheiding van tafel en bed
Als een echtpaar, om bijvoorbeeld religieuze redenen, niet wilde overgaan tot echtscheiding, konden ze kiezen voor een scheiding van tafel en bed. Dit kon op dezelfde gronden als waarmee tot echtscheiding kon worden overgegaan. Maar ook buitensporigheden, mishandelingen of grove beledigingen konden een reden zijn om te scheiden van tafel en bed. Wel moesten beide partijen achter het verzoek staan. Bij een verzoek om echtscheiding hoefde dat niet. Als de rechtbank de scheiding van tafel en bed toewees, hoefden de partijen niet meer samen te wonen. Een scheiding van tafel en bed werd niet ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Wanneer men vijf jaar van tafel en bed gescheiden was, kon een rechter alsnog een echtscheiding uitspreken. Dan werd het vonnis wél ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Procedure
Wie wilde scheiden moest bij de arrondissementsrechtbank een rekest (verzoekschrift) indienen om tot scheiden te mogen overgaan. Dit rekest moest altijd worden ingediend bij de rechtbank van het arrondissement waar de woonplaats van de man onder viel. Daarbij werd de trouwakte overgelegd. In het rekest zette de eisende partij uiteen op welke gronden hij of zij tot scheiding wilde overgaan.
Terwijl de zaak in behandeling was, mocht de vrouw de echtelijke woning verlaten. Daarbij mocht ze van haar man een uitkering eisen voor haar levensonderhoud.
Op basis van het rekest besloot de rechtbank of de vordering tot echtscheiding mocht worden doorgezet. Pas bij de behandeling van de zaak hoefde het bewijs gepresenteerd te worden. Dat bewijs bestond meestal uit getuigenverklaringen.
Op de rol
Wanneer de rechtbank besloot dat de vordering tot echtscheiding mocht worden doorgezet, kreeg de zaak een rolnummer toegekend en kon de zitting worden voorbereid. Toch kon er ook daarna nog een kink in de kabel komen, bijvoorbeeld wanneer het overspel niet kon worden aangetoond, maar ook wanneer na een periode van vijf jaar kwaadwillige verlating de vertrokken echtgenoot besloot terug te keren in de echtelijke woning. Als de rechtbank een mogelijkheid zag beide partijen te verzoenen, werd het vonnis zes maanden aangehouden. Kwam het in die zes maanden tot een verzoening, dan verviel het recht tot echtscheiding over te gaan.
Tip 1: onderzoek in de bovengenoemde rolregisters is tijdrovend als een datum van ontvangst of aanbrenging van een zaak of een rolnummer niet van tevoren bekend is. Omdat dit probleem ook al bij de griffies speelde zijn er vaak – maar niet altijd en/of volledig dekkend – alfabetische indexen op naam van de eiser en/of gedaagde of de verzoeker gemaakt.
Tip 2: naast de registratie in de rollen worden er door de griffie processen-verbaal van een zittingsdag bijgehouden op zogenoemde ‘audiëntiebladen’. Deze bevatten in elk geval het rolnummer, de namen van partijen, korte samenvatting van de zaak (of trefwoord). Bij sommige rechterlijke instellingen zijn de rolregistratie en de audiëntiebladen in één systeem geïntegreerd. Omdat ook de processen-verbaal van de zittingsdagen op datum zijn bijgehouden is onderzoek – zonder alfabetische klappers – arbeidsintensief.
Inschrijving in de burgerlijke stand
Als de rechtbank het vonnis tot het ontbinden van het huwelijk had uitgesproken, moest dit echtscheidingsvonnis binnen zes maanden worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Pas met ingang van de datum van inschrijving was de echtscheiding officieel. Als dit niet gebeurde, werd het vonnis ongeldig verklaard. De inschrijving van de echtscheiding, of de definitieve ontbinding van het huwelijk na aanvankelijk alleen van tafel en bed gescheiden te zijn, vond in de periode ca. 1915-1994 plaats in het lopende register van huwelijken en echtscheidingen van de gemeente waar het huwelijk gesloten was. In grotere gemeenten werd een speciaal en uitsluitend voor echtscheidingsakten bestemd register ingericht. Vóór een wetswijziging van 27 maart 1915 vond inschrijving plaats in het register van de woonplaats van de partijen.
Voogdij en alimentatie
Kinderen bleven meestal bij de partij die de echtscheiding had geëist. De echtgenoot die niet in zijn of haar eigen levensonderhoud kon voorzien, kon alimentatie toegewezen krijgen. Van voogdij- en alimentatiezaken kunnen ook rekesten en vonnissen bewaard zijn gebleven.