8 1457 maart 17 "Int jair ons Heeren duysent vierhondert seven und vijfftigh op Sint Gertruydendagh".
Johan van Horne, Ridder, Heer van Kessenich, Bocholt en Brogel, verklaart dat hij aan Heynrich van Baexen en zijn echtgenote Mar-gareten van Broichoeven en hun erfopvolgers toestemming verleent tot het bezwaren met een grondrente van vijf boenders land gelegen bij zijn hoeve te Baexem, genaamd Heggeacker en Clusener, en voorts aan de Baexer Rijdt met de daarbij behorende cijnsen en kapoenen, voor het stichten van een jaargetijde. Getuigen: Gerart Haeck van Thoren en Aernt Treppartz, leenmannen.
Datering:
1457 maart 17
Notabene:
Origineel op perkament, inv. nr. 178. Het zegel van Johan van Horne is verdwenen.