13 1484 september 22
"Gegeven int jare onss Heren duysent vyerhondert vyerendtachtentich den tweendtwyntichsten dach van de mont geheyten Septembri"

Lambrecht van Lynde en Art Brandenborg, schepenen van Maastricht, oorkonden dat Rutger Zavelant, prior van het klooster der Predikheren, namens het klooster aan Gerret Noystox en zijn echtgenote Gertrude overgedragen heeft een erfcijns van 36 schilling, die het klooster had uit zijn huis aan de Grote Gracht te Maastricht.

12 1466 juli 15
"In den jaer ons Heren dusent vierhondert sessendetsestich opten vijffthienden dach in Julio"

Johan Clut en Loye van Borne, schepenen van Maastricht, oorkonden dat Art Proenen, prior van het klooster der Predikheren, verklaard heeft dat Katherine, weduwe van Henrich van Herne, gesticht heeft drie wekelijkse missen in de kloosterkerk op het altaar van de H. Dominicus en een jaargetijde voor haar echtgenoot, waarvoor zij het klooster geschonken heeft 3 bunder akkerland te Itteren, 18 grote roeden akkerland "inden Pottenberch" en 7 grote roeden akkerland te Veltwezelt onder verplichting haar 3 mud rogge per jaar te geven, zolang zij leeft.

11 1458 augustus 12
"Gegeven int jaer ons Heren duysent vierhondert ende achtendevijfftich twelff dage Augusti geheiten ouchstmoent"

Cornelis van Diepenbeke en Peter Tyloe, schepenen van Maastricht, oorkonden dat Kathrijne, weduwe van Arnolt van Cortersheym, ten gunste van Peter Spronck afstand gedaan heeft van een molenpacht van 4 vaten rogge, door Mees van Cortersheym, haar zoon, aan Peter Spronck overgedragen.

10 1458 mei 28
"Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achtenvijfftich achtentwintich dage inden Meye"

Peter Tyloe en Henrich van Gelck, schepenen van Maastricht, oorkonden dat Mees van Cortersheym aan Peter Spronx overgedragen heeft een molenpacht van 4 vaten rogge uit een molen aan de Jeker, bij de stadsmuur gelegen.